Richteren 9:28

SVEn Gaal, de zoon van Ebed, zeide: Wie is Abimelech, en wat is Sichem, dat wij hem dienen zouden? is hij niet een zoon van Jerubbaal? en Zebul zijn bevelhebber? dient [liever] de mannen van Hemor, den vader van Sichem; want waarom zouden wij hem dienen?
WLCוַיֹּ֣אמֶר ׀ גַּ֣עַל בֶּן־עֶ֗בֶד מִֽי־אֲבִימֶ֤לֶךְ וּמִֽי־שְׁכֶם֙ כִּ֣י נַעַבְדֶ֔נּוּ הֲלֹ֥א בֶן־יְרֻבַּ֖עַל וּזְבֻ֣ל פְּקִידֹ֑ו עִבְד֗וּ אֶת־אַנְשֵׁ֤י חֲמֹור֙ אֲבִ֣י שְׁכֶ֔ם וּמַדּ֖וּעַ נַעַבְדֶ֥נּוּ אֲנָֽחְנוּ׃
Trans.wayyō’mer ga‘al ben-‘eḇeḏ mî-’ăḇîmeleḵə ûmî-šəḵem kî na‘aḇəḏennû hălō’ ḇen-yəruba‘al ûzəḇul pəqîḏwō ‘iḇəḏû ’eṯ-’anəšê ḥămwōr ’ăḇî šəḵem ûmadû‘a na‘aḇəḏennû ’ănāḥənû:

Algemeen

Zie ook: Abimelech (koning), Gaäl, Hemor, Sichem (persoon), Sichem (plaats), Zebul

Aantekeningen

En Gaal, de zoon van Ebed, zeide: Wie is Abimelech, en wat is Sichem, dat wij hem dienen zouden? is hij niet een zoon van Jerubbaal? en Zebul zijn bevelhebber? dient [liever] de mannen van Hemor, den vader van Sichem; want waarom zouden wij hem dienen?


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֣אמֶר׀

zeide

גַּ֣עַל

En Gaal

בֶּן־

de zoon

עֶ֗בֶד

van Ebed

מִֽי־

Wie

אֲבִימֶ֤לֶךְ

is Abimélech

וּ

-

מִֽי־

en wat

שְׁכֶם֙

is Sichem

כִּ֣י

dat

נַעַבְדֶ֔נּוּ

wij hem dienen zouden

הֲ

-

לֹ֥א

is hij niet

בֶן־

een zoon

יְרֻבַּ֖עַל

van Jerubbaäl

וּ

-

זְבֻ֣ל

en Zebul

פְּקִיד֑וֹ

zijn bevelhebber

עִבְד֗וּ

dient

אֶת־

-

אַנְשֵׁ֤י

-

חֲמוֹר֙

van Hemor

אֲבִ֣י

den vader

שְׁכֶ֔ם

van Sichem

וּ

-

מַדּ֖וּעַ

waarom

נַעַבְדֶ֥נּוּ

hem dienen

אֲנָֽחְנוּ

zouden wij


En Gaal, de zoon van Ebed, zeide: Wie is Abimelech, en wat is Sichem, dat wij hem dienen zouden? is hij niet een zoon van Jerubbaal? en Zebul zijn bevelhebber? dient [liever] de mannen van Hemor, den vader van Sichem; want waarom zouden wij hem dienen?

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!